Toestemming van het UWV om de arbeidsovereenkomst met een werknemer wegens bedrijfseconomische redenen op te zeggen wordt verleend met toepassing van de wederindiensttredingsvoorwaarde. Deze voorwaarde houdt in dat de werkgever, wanneer hij binnen 26 weken iemand wil aannemen voor de werkzaamheden die de ontslagen werknemer verrichtte, eerst de ontslagen werknemer de kans moet bieden om zijn oude baan weer te vervullen voordat hij een ander mag aannemen. Houdt de werkgever zich niet aan deze voorwaarde, dan kan de ontslagen werknemer de kantonrechter verzoeken om de opzegging van de arbeidsovereenkomst te vernietigen of om de werkgever te verplichten om een billijke vergoeding aan hem te betalen. Dat verzoek moet gedaan worden binnen twee maanden na de dag waarop de werknemer op de hoogte is geraakt van het overtreden van de wederindiensttredingsvoorwaarde. Wordt het verzoek te laat gedaan, dan kan de kantonrechter het verzoek niet ontvankelijk verklaren.