Voor het gebruik van de weg in Nederland met een auto door een inwoner van Nederland is in beginsel bpm verschuldigd. Dat geldt ook als de auto is voorzien van een buitenlands kenteken of als de auto in het buitenland is gehuurd. Wel moet bij huur rekening gehouden worden met de duur van de huurovereenkomst of met de duur van het gebruik van het Nederlandse wegennet. De wettelijke regeling voorziet daarin, aangezien de belasting direct wordt verminderd met de aan het einde van de huurperiode te verlenen teruggaaf. Feitelijk wordt daardoor niet meer aan belasting geheven dan overeenstemt met de duur van de huurovereenkomst.
Volgens rechtspraak van het Hof van Justitie EU is het de lidstaten toegestaan een registratiebelasting zoals de bpm te heffen ter zake van het gebruik van de weg door ingezetenen met een voertuig dat in een andere lidstaat is geregistreerd en dat voor een periode van enkele maanden van een in een andere lidstaat gevestigde dienstverrichter is gehuurd. Wel moet er voor een dergelijke heffing een dwingende reden van algemeen belang zijn en moet het evenredigheidsbeginsel geëerbiedigd worden. Het milieu is een erkende dwingende reden van algemeen belang. Een belasting, zoals de bpm, die (mede) afhangt van de CO2-uitstoot van een voertuig is een geschikt middel om de doelstelling van milieubescherming te verwezenlijken.