Specifieke zorgkosten zijn aftrekbaar als persoonsgebonden aftrekpost. Daaronder vallen de met ziekte of invaliditeit verband houdende uitgaven voor vervoer. Voorwaarde is dat de vervoerskosten meer bedragen dan de vervoerskosten van belastingplichtigen die niet ziek of invalide zijn maar in dezelfde financiële en maatschappelijke positie verkeren.
Een belastingplichtige met een invalide echtgenoot claimde aftrek van vervoerskosten als specifieke zorgkosten. In de procedure voor Hof Arnhem-Leeuwarden was niet in geschil dat met de gezinsauto in 2011 ruim 42.000 kilometer was gereden. Volgens de inspecteur bedroegen de autokosten € 0,35 per kilometer, waardoor de totale vervoerskosten uitkwamen op € 14.930. Een gezin in vergelijkbare omstandigheden zou gemiddeld € 5.844 per jaar aan vervoerskosten hebben uitgegeven. Toch was niet het gehele verschil aftrekbaar. De inspecteur was van mening dat het aantal verreden kilometers bovenmatig was als gevolg van persoonlijke voorkeur van de belastingplichtige. De inspecteur doelde daarmee op een vakantiereis die per auto was gemaakt naar Turkije. Volgens het hof maakt het enkele feit dat de vakantiebestemming wordt bepaald door persoonlijke voorkeur niet dat de vakantiekilometers bovenmatig zijn. Turkije is volgens het hof een gebruikelijke vakantiebestemming.
Het hof vond aannemelijk dat in elk geval 37.000 van de ruim 42.000 gereden kilometers niet bovenmatig waren. Op basis van dit aantal kilometers kwamen de autokosten uit op een bedrag van 37.000 × € 0,35 = € 12.950. Verminderd met de voor zakelijk verreden kilometers ontvangen vergoeding van de werkgever ad € 1.098 kwam een bedrag van € 11.852 aan autokosten voor rekening van het gezin. Dat bedrag was € 6.008 hoger dan een vergelijkbaar gezin zonder invalide persoon aan vervoerskosten uitgeeft. De belastingplichtige had recht op de geclaimde aftrek van extra vervoerskosten.