Een ondernemer levert belegde broodjes aan tankstations en bedrijven. Hij maakt daarbij gebruik van een bestelauto. In de aangifte inkomstenbelasting geeft hij de bijtelling wegens privégebruik aan, maar tekent hiertegen later bezwaar aan.
De ondernemer stelt dat er geen sprake is van privégebruik van de bestelauto. Hij kan dit onderbouwen met een administratie van al zijn zakelijke bezoekadressen, die gestaafd kunnen worden door de facturen aan zijn afnemers. De inspecteur stelt dat met het alleen aantonen van de zakelijk gereden kilometers niet is uitgesloten dat de ondernemer ook voor privédoeleinden gebruik heeft gemaakt van de bestelauto.
De rechtbank is met de inspecteur van oordeel dat de ondernemer geen informatie heeft over het totaal aantal met de auto gereden kilometers. Daarmee blijft de mogelijkheid open dat het totaal aantal gereden kilometers hoger ligt dan het aantal gereden zakelijke kilometers. Het bewijsaanbod met betrekking tot de gereden zakelijke kilometers kan dus niet leiden tot uitsluitsel dat geen privékilometers zijn gereden en wordt om die reden door de rechtbank gepasseerd. De inspecteur heeft terecht een onttrekking in aanmerking genomen voor het gebruik van de auto voor privédoeleinden.