Zelfstandigenaftrek
Een ondernemer, die aan het urencriterium voldoet, heeft recht op zelfstandigenaftrek. Het urencriterium houdt in dat de ondernemer in een jaar tenminste 1.225 uur en de helft van zijn arbeidstijd aan zijn onderneming besteedt. De zelfstandigenaftrek komt in mindering op de winst. Het bedrag van de zelfstandigenaftrek dat in een jaar wordt verrekend kan niet hoger zijn dan de winst van dat jaar. Bij een lage winst in een jaar wordt dus niet alle zelfstandigenaftrek benut. Het niet benutte deel van de zelfstandigenaftrek kan in de volgende negen jaren worden verrekend. De ondernemer moet in het jaar van verrekening wel in aanmerking komen voor de zelfstandigenaftrek. Dat wil zeggen dat hij ook in het jaar van verrekening aan het urencriterium moet voldoen. Bij staking van de onderneming door het overlijden van de ondernemer komt het voor dat de ondernemer niet aan het urencriterium heeft voldaan. Hij komt dan ook niet in aanmerking voor verrekening van zelfstandigenaftrek uit eerdere jaren.
Goedkeuring
De staatssecretaris van Financiën vindt dat niet redelijk. Daarom heeft hij in een besluit goedgekeurd dat in het jaar van overlijden van een ondernemer de niet gerealiseerde zelfstandigenaftrek in mindering kan komen op de stakingswinst. Voor deze goedkeuring is niet nodig dat in het jaar van overlijden aan het urencriterium is voldaan. Verrekening van de niet gerealiseerde zelfstandigenaftrek is beperkt tot het bedrag van de stakingswinst. De goedkeuring geldt niet voor de jaarwinst van het jaar van overlijden. Het besluit van de staatssecretaris werkt terug tot en met 1 januari 2011. Onherroepelijk vaststaande aanslagen worden zo nodig ambtshalve verminderd.