De Hoge Raad heeft onlangs geoordeeld dat een huurrecht van een woning met een werkruimte ondernemingsvermogen kan zijn als de woning voor meer dan 10% zakelijk wordt gebruikt. Dit arrest heeft niet alleen gevolgen voor ondernemers, maar ook voor mensen die resultaat uit overige werkzaamheden genieten, zoals freelancers. Dit arrest is geen aanleiding voor andere ondernemers om hun eerder gemaakte en vaststaande keuze voor ondernemingsvermogen of privévermogen te herzien.
De staatssecretaris vindt dat het arrest van de Hoge Raad ongewenste gevolgen heeft. Daarom zal hij via een nota van wijziging bij het Belastingplan 2017 de behandeling van een werkruimte in een huurwoning in lijn brengen met de behandeling van een werkruimte in een koopwoning. Ondernemers en resultaatgenieters worden dan materieel hetzelfde behandeld, ongeacht of zij in een koop- of een huurwoning wonen. De opbrengst van die maatregel zal worden gebruikt om het aftrekpercentage van bepaalde gemengde kosten te verhogen.