WEVAB bepalen naar tijdstip verkoop

Een bijzondere bepaling in de Wet IB is de landbouwvrijstelling. Door deze vrijstelling behoort de waardeverandering van landbouwgrond niet tot de winst van een landbouwbedrijf. De vrijstelling geldt slechts...

WEVAB bepalen naar tijdstip verkoop

Een bijzondere bepaling in de Wet IB is de landbouwvrijstelling. Door deze vrijstelling behoort de waardeverandering van landbouwgrond niet tot de winst van een landbouwbedrijf. De vrijstelling geldt slechts voor zover de waardeverandering is toe te rekenen aan de ontwikkeling van de waarde in het economisch verkeer bij voortgezet agrarisch gebruik, de zogenaamde WEVAB. Volgens de Hoge Raad moet de WEVAB worden bepaald naar hetzelfde tijdstip als de waarde in het economisch verkeer. In het geval van een verkoop zal het daarbij in de regel gaan om het moment waarop de koopovereenkomst wordt gesloten.


Een procedure over toepassing van de landbouwvrijstelling spitste zich toe op de vraag of de bij verkoop gerealiseerde winst moest worden berekend uitgaande van de WEVAB op het moment van verkoop of het moment van levering. Tussen verkoop en levering lag een periode van vier jaar. De verkoper betoogde dat hij tot het moment van levering het economisch belang had behouden bij de grond. Volgens de Belastingdienst bevatte de verkoopovereenkomst bindende prijsafspraken. Later zijn er aanvullende overeenkomsten gesloten, maar die hadden geen betrekking op het vergoeden van waardeveranderingen. Deze aanvullende overeenkomsten bevatten afspraken in verband met de later geconstateerde bodemverontreiniging en over het vergoeden van sloopkosten en zakelijke lasten. Volgens de rechtbank moest worden uitgegaan van de WEVAB ten tijde van de verkoop. In hoger beroep sloot Hof Den Haag zich bij het oordeel van de rechtbank aan.


Volgens het hof was geen sprake van een koopovereenkomst onder opschortende voorwaarde. De bepaling in de koopovereenkomst dat partijen met elkaar in overleg zouden treden als de gemeente zou vasthouden aan haar voorkeursrecht, is geen opschortende voorwaarde. Uit deze bepaling volgt niet dat pas sprake is van een koopovereenkomst wanneer vaststaat dat de gemeente van haar voorkeursrecht geen gebruik zal maken. De betreffende bepaling is in de overeenkomst door partijen ook niet uitdrukkelijk als een opschortende voorwaarde aangemerkt. De Hoge Raad onderschrijft het oordeel van het hof. Volgens de Hoge Raad is het moment waarop een voordeel met inachtneming van goed koopmansgebruik ter berekening van de winst wordt verantwoord niet bepalend. Zou dat wel het geval zijn, dan zou het gevolg kunnen zijn dat de omvang van het vrij te stellen voordeel afhankelijk wordt van keuzes die een belastingplichtige kan maken met betrekking tot het tijdstip waarop het voordeel tot uitdrukking wordt gebracht.

Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR20153312, Nr. 15/02263 | 20-11-2015

 

Wil je meer weten? Plan een afspraak!

Gewoon geen gebrek meer aan service of gedoe, maar vanuit teamverband samen alle vraagstukken op orde krijgen en daarbij ook altijd voldoen aan wet- en regelgeving, door de zekerheid van onze AFM-licentie. Dit is bij Elysee ook richting geven aan jouw succes.

Work hard play hard!

Kom ook leuker werken bij Elysee!

Wij verrassen onze medewerkers structureel met ‘Champs Elysee’: een energiek jaarprogramma waarin we unieke experiences met elkaar delen en op structurele wijze beleving toevoegen aan onze dagelijkse werkomgeving.

Luister onze podcast met Michael Pilarczyk over 15 jaar Elysee

Kom alles te weten over onze bijzondere werkcultuur, ons team, de unieke aanpak en bekende klanten waarvoor we mogen werken.