De uitkeringsbedragen van diverse sociale verzekeringen zijn gekoppeld aan het minimumloon. In verband met de verhoging van het minimumloon per 1 januari 2018 gaan ook de uitkeringsbedragen omhoog. Het gaat onder meer om de bijstandsuitkeringen, de inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en gewezen zelfstandigen (IOAW en IOAZ), de AOW-uitkeringen en de Anw-uitkeringen.
AOW
Gehuwden/samenwonenden | |
per maand | € 782,95 |
vakantie-uitkering | € 51,01 |
totaal | € 833,96 |
Gehuwden/samenwonenden met maximale toeslag (partner jonger dan 65 jaar) | |
per maand | € 1.565,90 |
vakantie-uitkering | € 102,02 |
totaal | € 1.667,92 |
Alleenstaanden | |
per maand | € 1.148,40 |
vakantie-uitkering | € 71,42 |
totaal | € 1.219,82 |
De hierboven genoemde bedragen zijn exclusief de inkomensondersteuning AOW van € 25,76 bruto per maand.
Maximumdagloon (WW, WIA, WAO en ZW)
Uitkeringen uit de WW, de WIA, de WAO en de ZW worden per 1 januari 2018 verhoogd met 0,8%. Het maximumdagloon voor deze verzekeringen gaat per 1 januari 2018 omhoog van € 207,60 naar € 209,26 (bruto).
Kinderbijslag
De kinderbijslag per 1 januari 2018 bedraagt per kwartaal:
per kind van 0 t/m 5 jaar (70%) | € 201,05 |
per kind van 6 t/m 11 jaar (85%) | € 244,13 |
per kind van 12 t/m 17 jaar (100%) | € 287,21 |
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | publicatie | 15-12-2017