Bij de Tweede Kamer is het wetsvoorstel Wet excessief lenen bij eigen vennootschap in behandeling. De staatssecretaris van Financiën heeft een nota van wijziging ingediend. Daarin wordt geregeld dat bij de bepaling van het bedrag aan schulden aan de vennootschap van een met de aanmerkelijkbelanghouder verbonden persoon ook rekening wordt gehouden met de schulden van diens partner. De mogelijkheden om de grondslag van de maatregel uit te hollen worden hierdoor beperkt.
In het wetsvoorstel is geregeld dat het fictieve vervreemdingsvoordeel dat in aanmerking wordt genomen bij emigratie van de aanmerkelijkbelanghouder wordt verlaagd met het bedrag dat als negatief fictief regulier voordeel in aanmerking zou zijn genomen als de aanmerkelijkbelanghouder in Nederland was gebleven en zijn schulden had afgelost. Op deze wijze wordt economische dubbele heffing bij emigratie voorkomen. De nota van wijziging bevat een aanpassing voor de situatie waarin een buitenlandse belastingplichtige de werkelijke leiding van een vennootschap, waarin hij een aanmerkelijk belang heeft, verplaatst uit Nederland en hij als gevolg daarvan geen aanmerkelijk belang meer heeft in een in Nederland gevestigde vennootschap.
Wanneer de werkelijke leiding van de vennootschap naar het buitenland wordt verplaatst, wordt dit aangemerkt als een vervreemding van het aanmerkelijk belang. Voor de belasting over het fictieve vervreemdingsvoordeel wordt een conserverende aanslag opgelegd. De grondslag van die conserverende aanslag wordt verlaagd met het bedrag dat als negatief fictief regulier voordeel in aanmerking zou zijn genomen als de aanmerkelijkbelanghouder de werkelijke leiding niet zou hebben verplaatst en hij zijn schulden zou hebben afgelost. Hierdoor wordt niet alleen bij emigratie van de aanmerkelijkbelanghouder maar ook bij verplaatsing van de werkelijke leiding van de vennootschap uit Nederland economische dubbele heffing voorkomen.
Bij een buitenlandse belastingplichtige, die een aanmerkelijk belang heeft in meerdere vennootschappen in Nederland, wordt een eventuele verlaging van de grondslag voor de conserverende aanslag pas toegepast bij het vaststellen van de conserverende aanslag die wordt opgelegd bij verplaatsing van de werkelijke leiding van de laatste vennootschap uit Nederland. Als na de verplaatsing van de werkelijke leiding alleen nog een aanmerkelijk belang resteert in één of meer fictief in Nederland gevestigde vennootschappen wordt de grondslag voor de conserverende aanslag wel verlaagd.
In het wetsvoorstel is geregeld dat het uitstel van betaling voor een conserverende aanslag inkomstenbelasting wordt beëindigd als een positief fictief regulier voordeel wordt genoten. Op grond van overgangsrecht geldt dit niet voor conserverende aanslagen, die zijn opgelegd naar aanleiding van belastbare feiten, die zich hebben voorgedaan voor 15 september 2015, 15:15 uur. Met de nota van wijziging wordt geregeld dat de maatregelen van het wetsvoorstel niet gaan gelden voor deze conserverende aanslagen.
Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 2021-0000074878 | 30-05-2021